Return to site

“Langs de boundary” interviewrubriek stopt tijdelijk - Maar eerst nog nr. 21 met Ronald Anderson

[door Rick Thorburn] Bij de aankondiging van het nieuwe rubriek “langs de boundary” eerder dit jaar heb ik aangegeven dat het doel was om de site nog aantrekkelijker te maken en ik wilde proberen om het aanbod op deze site wat uit te breiden. Ik heb op deze manier getracht om de website lezers te blijven boeien zodat niemand van onze site afhaakt. Naar de mondeling reacties van leden en non leden is me dat gelukt; de interviews zijn behoorlijk massaal gelezen en Ik heb louter positieve reacties gekregen.

 

Natuurlijk ga ik weer verder met mijn interviews als de competitie volgende jaar weer van start gaat. (sterker nog, de eerste interview-afspraak is al gemaakt). Na alle positieve reacties heb ik het idee dat de interviews iets toevoegen aan onze site. Bovendien vind ik het ontzettend leuk om te doen.

De interviewrubriek 'Langs de boundary' gaat verder met de 66 jaar oude Ronald Anderson.

In ‘Langs de boundary’ stel ik schriftelijk vragen aan meer of minder bekende ACC’ers. Kriskras door de vereniging heen, dus aan (nieuwe) bestuursleden, aanvoerders, spelers en 50 Not Out-leden, tot wellicht ook (ouders van) kinderen, actieve vrijwilligers en sponsors, enz.

De vragen aan Ronald:

1. Vertel eens iets over jezelf en wat doe je zoal? “Ik ben nu 66 jaar, 47jaar samen met Alphien (waarvan 40 officieel getrouwd), twee zonen Oliver en Lucas. HBS A gedaan, nooit blijven zitten maar wel een 6jes klant, een paar sociologie gestudeerd (niet afgemaakt) verder hele werkzame leven gewerkt in boekenbranche. 8 jaar bij Johan Polak waar ik werkelijk van alles deed en geleerd heb, daarna eerst als marketing manager bij uitgeversgroep Bosch & Keuning (nu VBK) in Baarn, later twee daar onder vallende uitgeverijen laten fuseren (AmboAnthos) waar ik na verloop van tijd commercieel directeur werd. In 2005 werd ik gevraagd om het in nood verkerende Amsteluitgevers, een deels literaire uitgeverij met topauteurs (waaruit het huidige AtlasContact voortkwam) te gaan leiden, wat me redelijk is gelukt. Af en toe geef ik nog advies, maar het vak is nogal geslonken en dan blijken al jouw contacten ook weg te zijn. Ik dacht dat ik de oudste van de nieuwe  generatie was, maar het bleek toch de jongste van de oude”.

2. Welke dingen vond men bij jou thuis belangrijk? “Mijn vader was Schot, mijn moeder Nederlandse. Na de oorlog die zij noodgedwongen in Groot Brittannië doorbrachten, vestigde mijn vader zich als vertegenwoordiger voor Europa in Amsterdam. Het gezin, zus Fiona, geboren in Edinburgh en broer Koos hadden een tamelijk opgewekte jeugd, waar ons weinig werd opgelegd. Alles was er altijd. Best vrolijk allemaal”.

3. Waar kan je ’s nachts voor uit je bed worden gehaald? “Weinig. Door jarenlang forens geweest te zijn, ben ik bijna altijd rond 6.00 uur op. Dus ik slaap als een blok”.

4. Wanneer ging je cricketen bij ACC en waarom? Hoe lang gespeeld en in welke elftallen? “Mijn toenmalige zwager Harry de Breet die al een paar jaar bij ACC speelde haalde mij over. Het zal 1971/72 zijn geweest. Na aanmelding kreeg ik een brief met de uitnodiging om met de selectie van het eerste team te trainen (door mijn Britse achternaam) wat ik wijselijk maar niet gedaan heb en liet mij bekwamen in de kooi door Jan Bregman. Ik heb een beetje gependeld tussen het vijfde en het derde. Wanneer ik echt gestopt ben staat me niet helder voor de geest, maar ik merk ook aan de andere geïnterviewden dat het geheugen zeer selectief is”.

5. Wat is de beste cricketwedstrijd die je ooit hebt gespeeld? En gezien? “Op VRA met het derde. Als openingsbat met Jan Maarten de Baare een eerste wicketstand van ruim 100. De beste? Ik heb een paar testmatches op Lords en The Oval gezien, maar dat was in de tijd van de Stonewallers B.V. de eerste dag 200 voor 2. Maar genoten van de entourage en het bier. Ik herinner mij een wedstrijd van ons eerste op HCC. Vol huis, goede sfeer en prachtige wedstrijd. Nog eens uitzoeken”.

6. Welke mooie herinneringen heb je aan je actieve cricket periode? “Het samen optrekken, ook na de wedstrijd, verzamelen bij Febo waar dan een teamgenoot niet kwam opdraven omdat hij die nacht ergens anders verbleef. De afschaffing van de follow on in de lagere competities. Geregeld duur een wedstrijd tot 8 uur”.

7. Cricket heeft het niet makkelijk in Nederland. Zie je nog mogelijkheden om de sport populairder te maken bij de jeugd? “Houdt de contributies voor de jeugd zo laag mogelijk, want het seizoen duurt voor hen maar een paar maanden. Hockey en voetbal gaan lang door en beginnen vroeg, ouders willen ook nog een paar weken op vakantie. Als je dat in een jaarbedrag omzet... Wellicht komt de aanwas van expats. In het bedrijfsleven en op universiteiten zitten veel mensen uit cricketlanden. In Duitsland (Volkskrant 12/8/2017) is cricket de snelst groeiende sport”.

8. Jaren lang heb je in het elftal commissie gezeten. Met wie heb je samen gewerkt en kun je daar iets over vertellen? “In eerste instantie kwam ik er in voor de lagere elftallen, later sprak ik over alles mee. De meest getrouw volle en aimabele herinner mij Piet Sanders. Tot laat op vrijdagavond belden we om de elftallen compleet te krijgen. Hans Schooneveldt, Rob van de Maas en vele anderen. De captains kwamen ook altijd en andere commissie vergaderden ook. Maandagavond was een echte clubavond met de nodige versnaperingen. Later met Huib van der Heyden en Dolf Oostra, onvergetelijk. Toen Dolf overleed kwam Huib weer terug en maakten we het seizoen af. Altijd dankbaar voor geweest?”.

9. Je was ook voorzitter van de jeugd commissie, wie waren de andere leden en wat kun je hiervan nog herinneren? “Ik krijg steeds meer behoefte aan een goed archief. Max Sr. (die man verdient een standbeeld!) heeft nog wat fysieks en in zijn hoofd. Ik werd gevraagd door Jan Hendriks. Wie ik mij het beste herinner is naast bv de onnavolgbare George Zeegers, Johan Waaijer. Als er geen vervoer was, dan reden we de jeugd zelf op en neer. René Lapierre was ook een steun, al reed hij wel eens over bijna gesloten spoorwegovergangen”.

10. In de jaren 1970/80 heb je in het Noord Hollands Cricket Bond gezeten samen met Erik van Muiswinkel en Mike Mulder. Wat hield dit precies in? “Hier is ook geen archief bij de KNCB. Een onderlinge competitie in Noord Holland en een selectie van de beste spelers tegen andere districten en touring teams te spelen. Zo waren er meer district teams. Eric stond aan het begin van zijn carrière en was toen al de grote animator. Soms heb ik hem als zijn krakkemikkige busje het niet meer deed op weg geholpen. En Mike deed de promotie in ons district in samenwerking met de KNCB. Ben er in een geval ingetuind: Er kwam een Zuid-Afrikaans touring team. Gemengd. 11 blanken en twee gekleurde spelers. En wie droegen de tassen?”.

11. De eerste ACC-Pitch verscheen in 1933. Jij was jarenlang hiermee betrokken geweest. Wat was een typische maandagavond voor jou? Hoeveel jaren heb je met het uitbrengen van de Pitch meegewerkt? “Dit moet niet overdreven worden. Iedereen deed wat hand- en spandiensten. Soms stencilen, de opstellingen naar Rob Dukker en Monique Diepenveen brengen etc. Ik weet dat er anderen waren zoals Jacques Diepenveen die echt veel deden. En zoals gezegd, maandagavond was echt clubavond, waar zelfs iemand eens na afloop de weg mistte en in de sloot terechtkwam”.

12. Je grootste klus was hoog waarschijnlijk het uitbrengen van de ACC 75 jubileum jaarboek. Kun je daar iets over vertellen? “Zoals gezegd werkte ik in de uitgeverij branche. En het was in de tijd dat je nog wel wat kon regelen. Een bevriende vormgever deed de opmaak en het ontwerp en een drukkerij verzorgde het drukken en binden. Alles volgens de modernste apparatuur van toen, we kwamen net uit de tijd van handzetten. Als je nu naar het boekje kijkt (alles staat er wel in) begrijp je hoe snel de ontwikkeling de laatste twintig jaar is geweest. Toen Alphien en ik van vakantie terug kwamen zou ik volgens afspraak langs de drukker gaan om de exemplaren op te halen. Maar de boeken waren al opgehaald omdat het bestuur geen vertrouwen had dat ik op tijd zou zijn”.

13. Je werd in 1990 door de leden gekozen als Lid van Verdienste, wat betekent dit voor je? “Leuk, maar hecht er niet zo aan. Vroeger deden we soms iets gemeenschappelijks aan een cadeau voor de club maar dat is jaren al niet meer. En als je niet uitkijkt zijn er meer leden van verdienste dan spelende”.

14. Heb je nog advies voor de jonge generatie ACC’ers? “Geniet van het clubleven, draag je steentje bij, als kinderen wat ouder zijn doe weer wat en kom kijken naar het eerste. Je ontmoet zoveel interessante en bijzondere mensen. Ik heb er veel aan gehad”.

15. Zijn er nog dingen die je wilt bereiken in het leven en is er nog iets dat je kwijt wil hier? “Ik denk dat ik maar eens moet nadenken met Max en Hans Honsdrecht (ook een standbeeldje waard) over het archief. En verder zou ik graag willen ik dat de leden niet om elk wissewasje ruzie maken en hun lidmaatschap en donatie opzeggen. En verder gewoon leuk ouder worden met de jeugd om me heen. En lezen en reizen”.

Eerder in deze serie kwamen aan het woord: 1. Wim Pielage, 2. Saqib Zulfiqar, 3. Stephan Hannema, 4. Harry de Breet, 5. Ton Balk, 6. Arthur van Leeuwen, 7. Max de Bruin Jr, 8. John van Vliet, 9. Hans Dukker, 10. Jan Balk, 11. Duco Ohm, 12. Rein Akkerman Jr, 13. Marleen Balk, 14. Shirase Rasool, 15.Shreyas Potdar, 16. Mees van Vliet, 17. Roelof Balk, 18. Jamieson Mulready, 19. Aryan Kumar, 20. Carolien Woudstra.