Return to site

'Cricket is Verlangen, Herinnering, maar ook Coffee and Tea'

[door Marleen Balk] Cricket is Verlangen, schreef Jan Hein Allema ooit. Cricket is Verlangen. Cricket is Herinnering.Zo lang ik me kan herinneren is er een ‘cricketveld’. Of liever gezegd ‘Het cricketveld’.

Het cricketveld bevond zich aanvankelijk bij ABN, in het Amsterdamse bos. Waar de kantine werd beheerd door de familie Rikse, later Barlag. Ik ging graag mee met mijn vader daar naartoe, vaak met vriendinnetjes. Er was een berg zand bij de screen, waarin je kon spelen, er waren opgerolde kokosmatten waarop je circuskunsten kon vertonen en je kon goed verstoppertje spelen tussen de ondoordringbare heggen. Die heggen hadden om de zoveel meter een uitsparing waar je doorheen kon en waarachter zich veldjes bleken te bevinden waarop vreemde mensen aan het tennissen waren. Dat had iets geheimzinnigs. Alsof zij een activiteit beoefenden die niet helemaal in de haak was. 

Het cricketveld was ook bij Goed Genoeg, bij ‘moedervereniging’AFC. En vervolgens natuurlijk op onze ‘eigen velden’ in de buurt van ABN en later bij AMVJ.

Toen ik wat groter werd kreeg ik al gauw belangstelling voor het cricket zelf. Ik was een jaar of negen toen de befaamde Ena Lapierre mij het scoren bijbracht. Dat was leuk! Het gaf aan het cricket een heel nieuwe dimensie, ik kon de wedstrijd zo helemaal volgen. Er hoorde apart taalgebruik bij, dat was wel even wennen. Zo riep er ineens iemand (Jan Prent jr.) “Telegraaf!”, waarbij er duidelijk iets van mij werd verwacht. Ik had de neiging om “Parool” terug te roepen, want die krant lazen wij thuis, maar vermoedde wel dat dat geen adequate reactie was. Gelukkig ging een van de spelers vervolgens het scorebord bijwerken. Dus dat was de bedoeling! Ook zat ik eens naast een deftige scoorster van Rood en Wit, toen Kees Mulder een bal in zijn kruis kreeg tijdens het batten en kermend ter aarde stortte. “Ik veronderstel dat de jongeman geen protector draagt!” merkte zij fijntjes op. Een protector! Dat woord kende ik nog niet. (de ‘toque’ natuurlijk wel, een intrigerend voorwerp.)

Toen ik nog wat ouder werd was het cricketveld ook een bron van verliefdheden en ander fraais.Het hoogtepunt in dit opzicht waren de Engelse touringteams die van tijd tot tijd langskwamen. Public School Wanderers uit Londen, de Bristol University CC, ik zal het nooit vergeten. Eigenlijk een wonder dat mijn man, met wie ik al 39 jaar gelukkig samen ben, geen cricketer is, sterker nog, niet zoveel met cricket heeft. Al vertrouwde hij mij na een reis naar Australië (voor zijn werk!) wel toe dat hij, toen hij een keer niet kon slapen, op zijn hotelkamer gefascineerd naar een cricketwedstrijd had zitten kijken die daar toen ’s nachts werd uitgezonden. Hij kon zich niet meer van het scherm losmaken! En om mij een plezier te doen is hij bereid om af en toe tijdens een mooie wedstrijd op het veld een wijntje te komen drinken. Mijn fantastische zoon, die, ondanks dat ik hem meegesleept heb naar Tip&Run, qua gebrek aan belangstelling voor cricket niet onderdoet voor zijn vader, voetbalt gelukkig bij AMVJ en af en toe tegen FC Amsterdamse bos, zodat de cricketentourage hem niet helemaal vreemd is.

Cricket is voor mij ook een prettige mengeling van verschillende culturen, zo heb ik mooie herinneringen aan de Surinaamse maaltijden na afloop van de wedstrijd (vooral bij VVV destijds) en word ik meteen enthousiast als ik iemand Shabazzz Shabazzz!Hoor roepen.

Ik heb een jaartje of 10 de score bijgehouden van het Vierde waarvan mijn vader aanvoerder was. De wedstrijden waren vaak heel spannend. Het leukste was het dan als de mensen van een hoger elftal als hun wedstrijd al was geëindigd nog even bij ons kwamen kijken (zeker als ‘wij’ dan wonnen, uiteraard). Zelf heb ik ook gespeeld, ik was zelfs een tijdje captain van ‘de dames’, onder wie de legendarische Mickey de Boer, Babette van Teunenbroek en Ann Poulter. Ik herinner me vooral de hardlooptrainingen onder leiding van Hans Dukker in het Amsterdamse bos. En dat het best een lastige klus is om het veld ‘uit te zetten’. De benamingen van de plaatsen op het veld kreeg ik nooit helemaal onder de knie. Silly mid off ging nog wel, maar waar cover point nou precies is weet ik eigenlijk nog steeds niet. En het nadeel van cricket als je het zelf speelt is toch wel dat je maar één keer uit mag. 

Cricket is voor mij natuurlijk ook familie, ook voor mijn broers is het cricketveld zo’n beetje geboortegrond. En voor de kinderen van Jan en Inge (die in het Nederlands damesteam heeft gespeeld!) geldt dat denk ik ook wel een beetje.

Nog even een anekdote over Jan in dat verband. Jan, een jaar of tien denk ik, was uitgenodigd voor een verjaardagspartijtje waarbij ze gingen bowlen. Jan kon toen al een aardig potje cricketen, dus die had zich daar enorm op verheugd. Aangekomen bij de bowlingbaan zag hij de ballen liggen. “Moet ik dáármee bowlen?” vroeg hij onthutst. Dit verhaal deed natuurlijk een tijdje op iedere verjaardag bij ons de ronde. 

Bij de herinneringen aan ACC horen natuurlijk ook de droevige, zoals het overlijden van onze Viddeleer die het niet meer zag zitten. En ook natuurlijk de tragische geschiedenis van die lieve en talentvolle, wat verlegen George Zeegers jr., die ineens verdwenen was na een schoolfeest en naar wie we nog een grote zoektocht in de Amsterdamse binnenstad hebben georganiseerd. Tevergeefs. En het overlijden van Jan Ludwijn Zuidema, met wie ik altijd lange gesprekken had langs de lijn, de ‘boundary-bespiegelingen’ zal ik maar zeggen, in zijn bestelbus langs een Franse snelweg.En zo zijn ons al veel meer lieve mensen ontvallen.

Het mooie van cricket in het algemeen en van ACC in het bijzonder is dat het cricketveld een plek is waar je altijd terecht kunt, waar je een beetje de alledaagse, soms bedrukkende, werkelijkheid buiten de deur kunt houden en waar iedereen welkom is. Ook mijn lieve dochter, die wel een gebruiksaanwijzinkje heeft, waar bij ACC niemand van op kijkt, en die zich in het clubhuis ook helemaal thuis voelt.

There will always be, Cricket, Coffee and Tea” stond er op ons lijfblad ‘Rond de ACC Pitch’, toen dat nog bestond, heel lang geleden, in het pre-digitale tijdperk. 

Laten we hopen dat dat zo is!

broken image