[door Maarten Slagter] U denkt misschien: waarom de dramatische aanhef? Welnu, zaterdag 19 augustus is waarschijnlijk de laatste wedstrijd gespeeld door de Veteranen. En dan gebruik ik het woord waarschijnlijk, wat mij doet denken aan die keer dat ik bij mijn oom Cees de archivaris thuis was en door oude uitgaven van het weekblad ‘Cricket’ bladerde. Ik vond een exemplaar uit mei 1941 en ik ging het lezen met de vraag in het achterhoofd of ik iets, een verwijzing of een paragraaf zou vinden waaruit zou blijken dat ons land was bezet door de Duitsers. Nou, bijna helemaal niets. De enige zin die indirect naar de situatie verwees was: “Waarschijnlijk gaat de tour naar Engeland gaat dit jaar niet door”.
In dit verband kan ik u ook aanraden het boek “The Gentlemen of Worcestershire” die in de zomer van 1937 op uitnodiging van de minister van sport van Duitsland, Hans von Tschammer und Osten, een aantal wedstrijden speelden in Berlijn. Berlijn vierde in die dagen haar 700 jarig bestaan, voor de Nazi’s de aanleiding om dat met veel militair machtsvertoon te vieren. De Engelse cricketers schreven naar huis over een mars met fakkels als “alarming and eerie”. Zo een beetje moeten de inwoners van Charlottesville zich hebben gevoeld vorig weekeinde.
Waarschijnlijk heeft Rood en Wit de toss gewonnen, want zij gingen batten en dat deden zij op hun gemak, in een zelfs beetje traag run tempo. Er werd ook goed gebowled door Daniel en Wim, maar je had altijd het gevoel dat zij dachten: “dat halen we nog wel in”. Hans de Wit (ja hij was ook weer eens een keertje bij) en Karel waren de goede changes en tot de pakweg de 20e over hadden wij ze aardig onder controle op 92 voor 4 (Van Aalst 44, prachtig gevangen door Michael in de slips, ook Wim had een mooie, met een duik naar links in het linkerhandje).
Toen kwam de versnelling, vooral door JP Leyer (60) gesteund door Parlevliet (27) en ‘vielen de ballen gunstig voor R en W” dat wil zeggen veel ballen die door de lucht werden gespeeld vielen vlak voor of tussen de fielders. Of net over de fielders heen die dan de bal achterna moeten, en wij zijn natuurlijk wel een team van mannen tussen de 50 en 70. Dus dat achter de bal aanrennen, gaat niet zo snel. Dat er dan toch nog teamgenoten zijn die serieus roepen ‘chase it’ is op zijn minst vreemd want op onze leeftijd kunnen wij toch echt niet meer harder gaan lopen. Het roepen naar elkaar op een soort voetballers wijze is een verkeerd soort fanatisme dat mij dit seizoen meerdere malen heeft gestoord.
Rood en Wit kwam uit op 183 voor 7 in het maximum van 35 overs, en dan hadden zij Van Walsem nog achter de hand gehouden. Op papier een niet onovertrefbaar totaal maar veel te veel zo zou blijken. Alex en Maarten openden en kregen de bal niet weg. Alex ging uit, EP kwam. En kreeg de bal niet weg. Maarten ging uit en Ulco en Daan kwamen. En kregen de bal niet weg. Daarna hebben EP (44*) en Michael (30*) de innings uit staan batten in een tempo dat nooit naar een overwinning zou leiden, dus ik hoop maar dat zij zelf er veel plezier van hebben gehad. Het bowlen van Rood en Wit was degelijk met natuurlijk Kottman en Johan Schölvinck verraste met lepe langzame balletjes.
Na 128 runs waren de overs op en konden we aan het bier in een aarzelend najaarszonnetje. In de nazit bespraken we de toekomst en de Rood en Witters vertelden ons erover te denken dat om meer wedstrijden te kunnen spelen (momenteel in onze competitie 8) zij waarschijnlijk opgaan in de ZAMI’s. Ook gaat het gerucht dat de Sparta veteranen het voor gezien houden. Daarom de titel het laatste verslag. Want het is waarschijnlijk dat de Veteranen competitie volgend jaar niet meer bestaat. Maar dat zien we na de winter wel weer. Ondertussen een mooi najaar toegewenst.
ACC 128 voor 5 in 35 overs. Rood en Wit 183 voor 7 in 35 overs.
Rood en Wit wint met 55 runs.