Return to site

In vragenrubriek ‘Langs de boundary’ nr. 7, Max de Bruin Jr, aan ’t woord

broken image

[door Rick Thorburn] De interviewrubriek 'Langs de boundary' gaat verder met Max de Bruin Jr (56). Als bestuurder was hij bijna 15 jaar actief in diverse functies, waarvan zes jaar als voorzitter. In de witte flanellen kwam hij in 420 wedstrijden uit voor ACC, waarvan 176 in de Hoofdklasse (destijds 's lands hoogste afdeling) en 154 in de Eerste Klasse. Max was jaren lang aanvoerder van ons eerste elftal en als openingsbatsman/wicketkeeper een rots in de branding. Hij is voorzitter geweest in de periode 2002 tot 2007, als opvolger van Rob Dukker. In 1997 werd Max Jr door de leden gekozen als Lid van Verdienste en in 2008 als Erelid. Het valt nog te bezien of de volgende telg uit de rasechte ACC familie, zoon Steven, in de bestuurlijke voetsporen van zijn vader en opa zal treden. Oh ja, Max is inmiddels 50 jaar lid van ACC. Oja (2): kom dus naar het 50 Not Out-evenement a.s. zaterdagmiddag!

De vragen aan Max:

1. Vertel eens iets over jezelf en wat doe je zoal?“Praktisch op het cricket geveld geboren ben ik, opgegroeid bij ACC en dus met de cricketsport. Alhoewel ik nu zelf al meer dan 10 jaar niet of nauwelijks meer speel vind ik het nog steeds de mooiste sport die er bestaat en volg ik naast de verrichtingen van ACC al het andere internationale cricket. Met een even gepassioneerde cricketvader als cricketzoon en daarnaast een dochter, die een cricketcoach als vriend heeft, is het voor de dames in onze familie niet altijd even eenvoudig een gesprek zonder het woord cricket erin te voeren. Ook Sky Televisie domineert sterk. Los van het cricket werk ik al 30 jaar met enthousiasme voor Contender, waarvan ik algemeen directeur en mede aandeelhouder ben. De zeilsport is ook prachtig en we kunnen er zeer succesvol onze doeken verkopen.”

2. Je bent dit jaar 50 jaar lid van ACC. Wanneer ging je cricketen bij ACC en waarom? Hoe lang gespeeld en in welke elftallen?“Als kind werd ik natuurlijk al vanaf dag één mee genomen naar het veld. In augustus 1966 mocht ik voor het eerst aan de door Zus Suyver georganiseerde Boys & Girls Day meedoen. Ik zal nooit die grote cadeau tafel vergeten, waar voor elke deelnemer iets op lag om uit te kiezen. Je moest echter wel keurig op je beurt wachten en hopen datwaar jij je oog op had laten vallen er nog zou liggen.

''Vanaf 1967 werd ik officieel lid. In die tijd kreeg je in de winter fantastische indoor training van de 4 gediplomeerde ACC coaches. Met name de drills van Jan Bregman hebben de basis gelegd voor een correcte techniek. Via aspiranten en junioren cricket mocht ik op 12 jarige leeftijd meespelen in ACC4. Het jaar daarop volgde promotie naar ACC 3 en weer een jaar later moest Kees Walraven als keeper van ACC2 plaatsmaken voor aanstormend 'talent'. Op 15 jarige leeftijd debuteerde ik in ACC1, dat was aan enerzijds spannend, aan de andere kant een teleurstelling. We stonden om 11 uur met slechts 10 man en mijn vader werd opgetrommeld als invaller. Uiteindelijk heb ik meer dan 25 jaar voor ACC1 gespeeld met veel ups en downs. We stonden bekent als de 'heen en weer' van het cricket.”

3.Wat is de beste cricketwedstrijd die je ooit hebt gespeeld? En gezien?Als je heel veel wedstrijden gespeeld heb dan staat dat niet meer heel duidelijk op je netvlies en dan is het ook nog eens de vraag of je aan mijn eigen prestatie of die van het team refereert. In de beginjaren kwamen mijn hoogste scores vaak in wedstrijden die we verloren. Ik werd daar op een gegeven moment behoorlijk ziek van. Ik heb wat dat betreft ook te veel verdedigend cricket gespeeld.

''Veel bewondering had ik voor het ACC1 onder leiding van Anton Roux. Zoals dat jaar wedstrijden met fantastische spelers als Heino en Graeme gewonnen werden was geweldig. HCC thuis waar Heino de innings haast in zijn uppie droeg om het 300+ totaal te maken zal ik niet vergeten. Het is ook mooi hoe de Zulfiqar-broers dezelfde onbevangenheid hebben en dat tezamen met hun talent maakt ze potentiële matchwinnaars.”

4. Noem eens de beste batsman, bowler en wicketkeeper waar tegen je ooit hebt gespeeld, als je je dat nog herinnert?Ik heb natuurlijk tegen heel veel goede cricketers gespeeld. Die er bij mij daarbij uitspringen zijn als batsman de Zuid Afrikaan Hylton Ackerman batsman bij VRA. Als het knopje omging dan waren het er meestal 100 voor hem. Bij de bowlers stond ik tegen over hele rappe mannen als McLellan, Rudy Bryson en Leslane Lambert. Zulke fast bowlers zien we de laatste jaren nog maar weinig. Minder snel maar een fantastische bowler was Dick Abed, hoe hij zijn off- en leg cutter moeiteloos verdekt kon variëren maakte hem praktisch onbespeelbaar. De knapste verborgen langzame bal van voor het T20 tijdperk werd door de Nieuw Zeelander Chris Pringle gebowled. Ik werd een keer door hem geweldig gecleaned nadat ik mijn cover drive op een vermoede half volley al volledig gespeeld had. Bij de wicket keepers kom ik altijd terug bij Bundi Kunderan, die op oudere leeftijd met het schotse Drumpeliers in Nederland kwam spelen. Zijn techniek als keeper, maar ook als batsman waren een lust voor het oog. Pas later ik hoorde ik dat hij een 13 testwedstrijden voor India had gespeeld.”

5.Van welke coach heb je het meest geleerd, en waarom, en welke was de beste cricketer?

De coach met de meeste invloed op mijn carrière was toch zeker wel Stan Fletcher. Niet alleen was Stan de eerste professional trainer, die naar ACC kwam, hij was ook de eerste die mocht gaan meespelen. Er werd met Stan bijna elke dag op ACC getraind en we gingen met hem op jeugd tour naar Engeland. Daarnaast was Stan de coach van het KNCB U19 team waarmee ik in Canada een schitterend toernooi heb gespeeld. Je jeugd herinnering blijft natuurlijk altijd sterk hangen, maar in aller eerlijkheid heb ik me later wel afgevraagd waarom wij nooit zo hebben kunnen trainen met de intensiteit en kwaliteit van Anton, Heino en Graeme. Dat is toch wel een aantal niveaus hoger, dan in mijn tijd.

6. In 2002-2007 was je voorzitter van ACC, als opvolger van Rob Dukker. Noem eens een paar van je wapenfeiten uit die periode?“De club zat in een lastige fase vanwege een dreigende verplaatsing uit het bos. Nadat we de zaak een aantal jaren hadden weten uit te stellen in de hoop uiteindelijk toch ons plekje te kunnen behouden werd er uiteindelijk voor gekozen om voor het beste alternatief te gaan - en daar financieel zo veel mogelijk uit te halen. Ik had het geluk met een hele sterke commissie, bestaande uit Max de Bruin Sr., Cees Nierop, Chris Soleman en Ruud Janssen te kunnen werken. Met veel inzet realiseerden we onze nieuwe velden op het Loopveld met een prachtig nieuw club gebouw.

''In 2003 werd ACC1 kampioen en promoveerde we naar de Hoofdklasse om het jaar daarop er even snel weer uit te vliegen. Toen we vervolgens in 2006 weer kampioen werden en inmiddels mijn oud team genoten Guido, EP en Steven Evers ook tot het bestuur waren toegetreden is er gezamenlijk de ambitie uitgesproken om structureel op het hoogste niveau te blijven gaan spelen. O.l.v. Guido is die lijn versterkt doorgezet en werden we in 2011 als gevolg van een umpire-dwaling net geen Landskampioen.”

7. Je werd in 1997 door de leden gekozen als Lid van Verdienste en in 2008 Erelid, wat betekent dit voor je? “Lid van Verdienste werd ik na mijn eerste bestuursperiode en eerlijk gezegd vond ik dat toen helemaal niet zo belangrijk. Het diploma wat de club uitreikte was toen ook nog niet zo heel bijzonder. Bij de benoeming tot Ere-Lid was ik toch wel zeer vereerd. Je naam komt te staan bij een prachtig lijst van andere ACC-ers die veel voor ACC hebben gedaan en betekend. Mijn diploma’s hangen overigens in mijn kantoor thuis tussen mijn kampioenschapsfoto’s.”

8. Met Contender Sailcloth ben je jarenlang sponsor van onze vereniging. Wat doen jullie en gaat het goed met het bedrijf? ''Wij maken zoals de meeste mensen wel weten al velen jaren zeildoek voor specifiek jachtzeilboten. Toen ik ooit aan mijn oom en partner Guus Bierman vroeg of we ACC niet een beetje konden gaan sponsoren vroeg hij gekscherend hoe dat te moeten verantwoorden. We hebben het er maar op gehouden dat ons zeildoek ook zeer geschikt was om de pitches te coveren. Overigens was Jan Bregman meer dan 20 jaar onze financiële administrateur, die naast de Contender cijfers ook vele jaren de ACC-administratie heeft bijgehouden.''

9. Cricket heeft het niet makkelijk in Nederland. Zie je nog mogelijkheden om de sport populairder te maken bij de jeugd? “Dat is een lastige vraag en eentje die de die-hard cricketers wel bezig houdt. Ik heb altijd grote affiniteit met het jeugdcricket gehad, maar ik moet zeggen dat de opgave kinderen aan het cricketen te krijgen, maar vooral aan het cricketen te houden, steeds lastiger wordt.”

10. Je ben 15 jaar bestuurslid geweest dus heb je veel jaren ervaring op niet alleen cricketniveau maar ook op bestuurlijk niveau. Heb je nog advies voor de jonge generatie ACC’ers? “Het is heel belangrijk om in de club een goede balans te hebben tussen aantrekkelijk en succesvol cricket van het eerste team en al het overige sociale cricket. Daarbij is het belangrijk om een sterke jeugdafdeling te hebben en daarnaast zou het goed zijn ook weer een damesteam en eventueel een studenten team te hebben. Dit alles bevordert de sociale omgang waarmee ook een bar succesvol geëxploiteerd kan worden. En dat laatste is essentieel voor een goed clubleven en een financieel gezonde huishouding.”

11. Zijn er nog dingen die je wil bereiken in het leven en is er nog iets dat je kwijt wil hier? “Ik vind het initiatief van deze nieuwe rubriek bijzonder leuk en heb al een aantal leuke interviews gelezen. Pas toen ik zelf aan de beurt kwam begreep ik pas hoe dit interview in zijn werk gaat. Er komt heel wat bij kijken om je eigen verhaal op papier te zetten, haha.“

Eerder in deze serie kwamen aan het woord Wim Pielage, Saqib Zulfiqar, Stephan Hannema, Harry de Breet,Ton Balk en Arthur van Leeuwen.